Zonnepanelen aansluiten op de meterkast

Zonnepanelen aansluiten op de meterkast

Groepenkast

De meterkast 1 fase

Het aansluiten van zonnepanelen op de meterkast is een essentiële stap om zonne-energie efficiënt in uw woning te integreren. Deze procedure vereist een gedegen begrip van de meterkast, met speciale aandacht voor de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar en groepen (installatieautomaten). Voordat u begint met het aansluiten, is het verstandig om de handleiding van de zonnepanelen en de meterkast grondig door te nemen. Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van de specifieke eisen en richtlijnen van de fabrikant en raadpleeg indien nodig een professionele installateur. 

Heeft u aardlekschakelaars in uw stoppenkast? U mag maximaal 4 groepen op één aardlekschakelaar aansluiten.

De hoofdschakelaar is het centrale punt van de meterkast en fungeert als de schakelaar die de volledige elektriciteitsvoorziening aan of afsluit. Alvorens zonnepanelen aan te sluiten, moet deze schakelaar worden uitgeschakeld om de veiligheid van het installatieproces te waarborgen.

De groepen (installatieautomaten) in de meterkast verdelen de elektrische belasting over verschillende circuits in huis. Bij het aansluiten van zonnepanelen is het van belang om een aparte groep (installatieautomaten) te reserveren voor de omvormer, die de opgewekte zonne-energie omzet in bruikbare elektriciteit. Deze groep voorkomt overbelasting van bestaande circuits en zorgt voor een optimale werking van het zonne-energiesysteem. 

Bepaal vooraf welke eigenschappen de installatieautomaat moet hebben om overbelasting te voorkomen en vervang de installatieautomaat of plaats als dat nodig is een nieuwe groep.

Bepaal vooraf welke eigenschappen de kabels moeten hebben als type en kerndiameter.

De installatieautomaat

  1. Schakel de stroom uit: Voordat u begint met het aansluiten van de installatieautomaat, schakelt u de stroom uit van de hoofdschakelaar. Veiligheid staat voorop.

  2. Bepaal de juiste positie: Kies een geschikte locatie in de meterkast om de installatieautomaat te installeren. Deze wordt meestal geplaatst naast de overige groepen.

  3. Monteer de installatieautomaat: Bevestig de installatieautomaat op de DIN-rail in de meterkast. Zorg ervoor dat de installatieautomaat stevig vastzit.

  4. Sluit de draden aan: Sluit de inkomende en uitgaande draden aan op de daarvoor bestemde aansluitingen op de installatieautomaat en aardingspunten. Volg hierbij de voorschriften en de markeringen op de installatieautomaat. 
    Line: hoofdstroom vanaf hoofdschakelaar of vanaf aardlekschakelaar.
    Load: omvormer.

  5. Test de installatieautomaat: Nadat de bedrading is voltooid, schakelt u de stroom weer in en test u de installatieautomaat. Dit doet u door op de testknop te drukken. De installatieautomaat moet de stroom direct uitschakelen.

Installatieautomaat
Zonnepanelen aansluiten meterkast

PV installatie

  1. Schakel de werkschakelaar en hoofdschakelaar uit: Controleer of de werkschakelaar van de PV (photo voltaic) installatie uit staat, de hoofdschakelaar van de groepenkast uit staat en er geen spanning op staat.

  2. Afmetingen bepalen: Meet de benodigde lengte van de kabel en markeer de punten waar u de kabel wilt snijden.

  3. Buitenmantel strippen: Gebruik een kabelstripper om de buitenmantel van de kabel te verwijderen op de gemarkeerde punten. Wees voorzichtig om de isolatie van de interne draden niet te beschadigen.

  4. Aders blootleggen: Strip de isolatie van de individuele aders op beide uiteinden van de kabel. Zorg ervoor dat elke ader schoon en onbeschadigd is.

  5. Kabel bevestigen: Bevestig de YMvK-kabel veilig op zijn plaats met kabelbeugels of andere geschikte bevestigingsmiddelen. Zorg ervoor dat de kabel niet wordt blootgesteld aan overmatige spanning of belasting.

  6. Verbindingen maken: Maak de benodigde verbindingen volgens het installatieschema. Zorg ervoor dat elke draad correct en stevig is aangesloten om een betrouwbare elektrische verbinding te garanderen.

  7. Laatste inspectie: Controleer de gehele installatie zorgvuldig op eventuele fouten of gebreken. Zorg ervoor dat alles volgens de geldende normen en voorschriften is geïnstalleerd.

  8. Inschakeling: Schakel de hoofdschakelaar van de groepenkast in en daarna de werkschakelaar van de PV installatie.

warninglabel

Zorg ervoor dat als u twijfelt over de installatie dat u een professionele elektricien raadpleegt om ervoor te zorgen dat alles veilig en volgens de geldende normen wordt geïnstalleerd. Elektriciteit kan gevaarlijk zijn, dus neem geen risico’s bij het aansluiten van een PV installatie, aardlekschakelaar en installatieautomaat.

Leuk artikel? Deel ons :)